Mijn professionele blog
5/7/2018 0 Reacties Week 10 en 11 (9/04 - 22/04)Het tweede projecT Na ons eerste project, waarbij we geprobeerd hebben om verschillende werkvormen te implementeren in het plaatselijk onderwijs, leek het ons een logische stap om in ons tweede project te werken aan een andere belangrijke pijler die het onderwijs op een hoger niveau kan brengen. Ik spreek hier over didactisch materiaal. Een krachtige leeromgeving bestaat tenslotte uit meer dan werkvormen alleen. Didactisch materiaal is dus een perfecte tool om de leeromgeving nog een niveau hoger te tillen! Doordat er ons nog slechts 4 lesweken resten nà de vakantie (waarbij er ook veel dagen wegvallen door examens en feestdagen) zijn we al vanaf de eerste week volop gestart met dit project. Een eerste deel van het project bestaat erin om tekeningen en schetsen aan te brengen op een erg duurzaam materiaal, namelijk rijstzakken. Deze zijn erg goedkoop en makkelijk te gebruiken om teksten en tekeningen op aan te brengen. Vòòr de vakantie begon hadden we reeds een voedingsdriehoek getekend op een rijstzak. Deze hangt nog altijd in de klas waardoor de leerlingen telkens opnieuw de leerstof te zien krijgen bij het binnenkomen. Het materiaal kan dus niet enkel gebruikt worden tijdens de lessen, maar het wordt ook een deel van de omgeving waardoor de leerstof nog beter blijft hangen. De voedingsdriehoek hebben we aangevuld met een kaart van Tanzania en haar buurlanden. De kaart kan zowel gebruikt worden om zaken op aan te duiden, alsook vormt het een onderdeel van een groter hoekenwerk die we uitgewerkt hebben. Een hoekenwerk gaat als volgt: de klas wordt in een aantal groepen verdeeld en elke groep gaat met iets anders aan de slag in een ‘hoek’ van het klaslokaal. Dit voor een bepaalde tijd. Als die tijd verstreken is schuift elke groep door naar een andere hoek waar ze nog niet geweest zijn, dit tot elke groep alle opdrachten voltooid heeft. De kaart kan zeer goed gebruikt worden om bijvoorbeeld industriegebieden, toeristische trekpleisters, steden of landbouwgebieden op aan te duiden. Dit gebeurt met behulp van de verschillende magneten die we elk hebben aangeduid met een ander kleurtje. Zo kunnen de rode magneten gebruikt worden om de industriezones aan te duiden en de groene om de landbouwgebieden duidelijk te maken. De onderverdeling kan nog uitgebreid worden door letters op de magneten te schrijven zoals de m van maïs of de c van casava. Deze opdracht kan ook aangevuld worden met andere opdrachten zoals mindmaps over de aantrekkingsfactoren, nadelen, voordelen en soorten van industrie, toerisme, landbouw... De verschillende opdrachten kunnen we dan uitwerken in een bundel voor de leerkrachten. Voor het vak maatschappijleer hebben we heel wat teksten (over alle verschillende politieke instellingen die een invloed hebben op het beleid van Tanzania) genoteerd op rijstzakken. Vooraleer onze stage begon hebben we veel geld opgehaald door het houden van een pannenkoekenverkoop. Dit geld konden we goed besteden door onder andere extra didactisch materiaal aan te kopen. Zo hebben we heel wat posters aangekocht die nu een plaatsje in de klas gekregen hebben en gebruikt worden tijdens de lessen. Voor de lessen ‘science’ hebben we een didactisch model van een hart aangekocht. Op die manier kunnen we de verschillende onderdelen van het hart tonen door het model uit elkaar te halen. (ICOM 4.1 + 4.2 + 4.6 + 5.3 + BASCO , leraar als innovator) Examenopzicht in St.Monica schoolNà de tweede week, 5 minuten vòòr aanvang van een les aardrijkskunde, gehoord te hebben dat ik twee periods in plaats van 1 period moest geven, én de maandag onze les science plots 5 minuten op voorhand overgenomen werd door de leerkracht wetenschappen om bepaalde taken door te lichten, was het weer eens tijd om ons flexibel op te stellen. Op 17 april, toen we alles aan het wegsteken waren om terug te keren naar huis, kregen we te horen dat we de dag erop examenopzicht moesten houden in de St.Monica school vlak bij ons huis. Hier kregen de zevendejaars van ‘The Bright Future’ school samen met de zevendejaars van de school zelf examens omdat er in onze school niet genoeg plaats was. Benieuwd wat ons te wachten stond vertrokken we naar de school om daar voor een gesloten poort te staan wachten. Gelukkig passeerde onze schoolbus juist waardoor we mee konden naar een andere poort, waar je wel binnen kon. De school is gesponsord door de Kerk en dat was wel direct te merken. De school stond op een erg groot domein en alles was gloednieuw en verzorgd. Het deed ons al snel denken aan onze eigen scholen in België. Ook was er een computerklas en een lab aanwezig. Tijdens mijn opzichttaken merkte ik al snel bepaalde verschillen op met België. Net als in ‘The Bright Future’ school wordt er hier ook heel weinig gedaan tegen spieken. Tijdens ‘tea-time’ moest ik zelf het lokaal verlaten om pauze te nemen met de andere leerkrachten terwijl de leerlingen nog bezig waren aan hun examen . De leerlingen hadden dus 20 minuten lang geen opzicht. Ook mogen de leerlingen tijdens een examen zonder problemen naar het toilet wat bij ons vaak niet het geval is. Wat me ook verwonderde waren de vele fouten in de examens. Bij ons gebeurt het regelmatig dat er bij een examen een foutje ingeslopen is waardoor de leerkracht de correctie ervan moet geven tijdens een examen. Missen is tenslotte menselijk. Tijdens de examens in de St. Monica school waren er echter gemiddeld vijf of zes fouten per examen die verbeterd moesten worden tijdens het examen zelf. Ook stonden er heel wat typfouten in het examen die niet verbeterd werden. Dit is iets wat ik bijvoorbeeld ook al gemerkt had in de leerboeken die gebruikt worden tijdens de lessen. Heel vaak vind je hier typfouten in terug of zelfs foute beweringen zoals het woord televisie die bij een radio staat. Zelfs in gezelschapsspellen,die in Tanzania gemaakt zijn ,vind je dit terug. Zo stonden er ook heel wat typfouten op de straatnamen in een Monopolyspel. Dit fenomeen gaat dus verder dan het onderwijs alleen. Waarschijnlijk sluiten al deze zaken aan met een zekere onverschilligheid die er heerst in de cultuur, en die op bepaalde vlakken positief is (niet alles moet altijd perfect zijn waardoor de druk vermindert en er zo minder stress en een betere mentale gezondheid is) maar die in andere gevallen wel negatief kan uitdraaien zoals in de leerboeken en de examens. (ICOM 4.2 + 4.4 + 2.1 + 2.5) Project van een leerkracht, vrouwengroep voor single oudersWe hebben in deze periode ook afgesproken met een lerares van onze school die bezig was met een eigen project. Ze wil een vrouwengroep oprichten voor single moeders omdat dit een erg groot probleem is in Tanzania en er heel wat single ouders in de buurt wonen. Haar bedoeling is om een website op te richten en zo geld in te zamelen voor ieder lid van de groep. Het is namelijk erg moeilijk om voldoende geld bijeen te sparen om eten, huisvesting, onderwijs, kledij enz. te betalen voor de mama zelf en voor haar kind(eren). Sommige vrouwen hebben veel kennis van handel of andere zaken en het is dan ook de bedoeling dat de leden van elkaar kunnen leren om zo een betere manier te vinden om geld te verdienen. We zijn meegegaan met haar om al de toekomstige leden van de vrouwengroep te ontmoeten en overal foto’s te nemen om later op de website te plaatsen. De dingen die we gezien hebben waren vaak schrijnend en dit was de eerste keer dat we in aanraking kwamen met de extreme armoede in Afrika. In tegenstelling tot wat ik dacht en veel andere mensen nog altijd denken zit de armoede vaak veel meer verborgen en onderhuids. Zo zijn alle leerkrachten op onze school heel verzorgd qua uiterlijk en verschillen ze amper van de welgesteldere bevolking, maar wonen ze thuis wel in een heel klein huis met amper water en elektriciteit en hebben ze het vaak moeilijk om rond te komen. We zijn ook te weten gekomen wat het gemiddelde loon van een leerkracht hier is. Dit loon bedraagt 145 euro per maand. Dit is zeer weinig , zeker als je een gezin moet onderhouden. Het is nog schrijnender om te weten dat de vrouwen die we bezocht hebben meestal nog veel minder verdienen dan een gediplomeerde leerkracht en vaak zelfs voor een lange tijd amper inkomen hebben. In onderstaande diavoorstelling kun je de foto’s terugvinden die we genomen hebben tijdens onze bezoeken. (ICOM 2.5 + 3.4) Inzicht bijbrengen in de leerstof, een moeilijke opgave!Wat ons ook is opgevallen tijdens onze stagelessen is dat de leerlingen zeker niet dom zijn en veel feiten kunnen opsommen. Het probleem situeert zich echter in het inzicht van de leerstof. De leerlingen kennen alle feiten (reproductie) maar hebben erg veel moeite om verbindingen te leggen tussen deze feiten. Dit probleem komt vaak heel duidelijk naar voor tijdens oefeningen. Zo hebben we les gegeven over de voedselkringloop. De leerlingen konden zonder enig probleem alle verschillende groepen met de definities opsommen van de voedselkringloop. Maar wanneer er echter geoefend werd op de relaties tussen die groepen , zoals de carnivoren die herbivoren eten, blokkeren de leerlingen volledig. Dit werd ook duidelijk bij de koolstofkringloop ,waarbij we de koolstofkringloop zonder de termen op het bord geplaatst hadden. De termen stonden in een kolom naast de kringloop en de leerlingen moesten de termen op de juiste plaats proberen te zetten. Dit was zeker geen moeilijke oefening maar dit vereiste wel inzicht. We hebben hier uiteindelijk meer dan het dubbele van de geplande tijd aan gewerkt totdat de leerlingen de oefening begrepen. Tijdens onze lessen proberen we nu sterk de nadruk te leggen op inzicht en verbanden leggen. Zo heb ik onder meer de leerlingen een debat laten voeren per twee over mogelijke oplossingen over landbouwproblemen. Erg ver denken de leerlingen niet na over oplossingen, maar je merkt dat dergelijke oefeningen toch een begin zijn van inzicht. Zo kwamen ze wel op het idee om minder bomen te kappen om ontbossing tegen te gaan en de opwarming van de aarde terug te draaien. Het trainen van inzicht is echter iets dat niet van dag op dag gebeurt ,maar die een hele lange tijd vergt. Het is een proces van jaren. Daarom is het nodig om het belang hiervan te laten doordringen bij de lokale leerkrachten , zodat zij hier continu op kunnen werken bij de leerlingen. (ICOM 4.6 + 5.3 + BASCO , leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen) Update over het bordschrift en onze taalEen kleine update over het feit dat ons bordschrift en onze taal vaak moeilijk te begrijpen waren door de leerlingen. Nà vaardiger te zijn geworden in de Engelse uitspraak en continu in drukletters te schrijven, en het feit dat de leerlingen zelf ook volledig gewoon geraakt zijn aan ons ander geschrift en uitspraak, zijn deze problemen volledig opgelost. Tijdens het schrijven van de samenvattingen komen en er amper vragen meer van de leerlingen omdat ze iets niet kunnen lezen . Ook tijdens het lesgeven zelf begrijpen de leerlingen zo goed als altijd onze uitleg en onze vragen. (ICOM 1.1 + 1.2)
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
|